Find the word definition

The Collaborative International Dictionary
Weder

Weder \Wed"er\, n. Weather. [Obs.]
--Chaucer.

Usage examples of "weder".

Zoodra Eline weder alleen was, stak zij een stuk in den mond, legde zich een stuk op het voorhoofd, nam zij een paar stukken in de handen en zij speelde met het ijs, terwijl groote, koude druppels over heur gelaat en tusschen hare vingers gleden.

Zij bespeurde, hoe zij juist naar hun loge tuurden, en denkelijk over hen praatten, zoodat zij met haar gracieuze loomheid het hoofd weder een weinig wilde afwenden.

Nico hinkend weder de trap af wilde gaan en Lientje op het portaal met Hector op den grond bleef sollen.

En terwijl zij zich rillende tusschen haar dekens uitstrekte, zag zij weder Eline voor zich, in haar betooverende elegance, in haar zwarte kant, glimlachend tegen Otto.

Henk, Betsy zelfs weder was opgevallen, en de eerste symphonie, was een ruischende hymme geweest, die haar juichte van liefde en geluk.

Zij genoot wanneer zij weder terug was in haar ruim huis op het Voorhout, met zijn eenigszins ouderwetsche luxe, verwelkt en verkleurd, maar vol gemak en gezelligheid.

Maar toen zij zich oprichtte en hem weder lachend aanzag, vlijde hij zich meer aan haar zijde uit en legde haren arm om zijn hals.

En zij holde met bijna kinderlijke extaze in zulke liefkoozende zinnen over Eline door, dat de trekken der oude vrouw, strak gespannen door de woorden harer schoondochter, weldra weder glansden van genoegen.

Reijer had hem uitdrukkelijk verklaard, dat hij in de eerste weken niet mocht uitgaan, daar de minste aanleiding hem weder flauw zou kunnen doen vallen.

Eline ontving ze hartelijk en toonde zich verheugd ze weder te zien en vertelde hun allen veel nieuws van Georges en Lili.

Want zij had hem weder geboudeerd om die zaak van Etienne, voordat het tot een verklaring was gekomen.

Dicht bij het blijmoedige leven op de Horze zou hij zichzelven weder kunnen worden, en geheel zijne smart van zich kunnen werpen.

Maar na die ure werd alles weder hetzelfde: een grijze, zachte treurigheid, waarin zij zich schikte.

De zon deinsde langzaam terug, maar het bleef nog zeer lang licht en Eline trok de stores weder op.

En omdat het donker werd, omdat zij vreesde, trots hare druppels, toch niet te zullen slapen, omdat zij zeer bleek en wit was in de kant en het borduursel van heur linnen, omdat zij angstig werd voor de toenemende schemering, kwam de waanzin weder op.